
Voor als er helemaal niets te fotograferen valt
Gelukkig is het bovenstaande natuurlijk nooit het geval, maar ik bedoel eigenlijk dat wanneer je net als ik grijs weer aantrekt, en met grijs bedoel ik echt één tint grijs, dan heb je altijd nog de meest irritante beestje (maar oh zo fotogeniek) om te fotograferen. Springstaartjes heten ze en zo heten ze niet voor niets natuurlijk. Het lijken een soort bolvormige luizen, hebben haartjes op hun achterste en springen om de haverklap weg. Bovendien zijn ze 1 tot 2 mm groot of eigenlijk klein en dus voor de leesbrildragers onder ons: hier houdt de ontkenningsfase echt op. Deze kleine beestjes zijn zo sterk dat ze een strenge winter gewoon overleven. Het mooie is, dat je ze vrijwel overal kunt vinden, maar vooral in een niet opgeruimde tuin. Springstaarten maken namelijk deel uit van de fauna die bladafval helpt verwerken tot compost, aldus Wikipedia. Omdat manlief zijn hobby niet tuinieren is en de mijne wel, maar ik wat dat betreft niets te zeggen heb, bestaat onze tuin uit veel tegel en weinig plant en héél groen gras wat ik nooit hoef te maaien. Maar, zelfs in onze tuin zijn er volop Springstaartjes aanwezig! Gewoon de op de grond gevallen blaadjes (overigens van de bomen van de buren in ons geval) oprapen en omdraaien en dan zoeken naar iets van 1mm klein. Fotograferen: hoe dan?! Met een macrolens en eventueel een tussenring(en). Als je geluk hebt blijven ze zitten en kun je ongestoord met de live-view functie van de camera aan de slag om ze enigszins scherp op de foto te krijgen, maar in de meeste gevallen …….. rennen en springen ze van hot naar her, met een brak lichaam en een hoop ergernis tot gevolg. Ze gedragen zich net als vlinders, libellen, juffers, etc. Zet je ze in het licht, dan huppelen ze vrolijk weg. Het meest succesvol is als er eentje op een vochtig blaadje zit en deze zo vochtig is dat het springstaartje in een soort van zwembad rond dobbert. Als het dan ook nog eens niet te veel waait, bingo! Successsss!